TLN roept leden op om sanitaire voorzieningen beschikbaar te houden voor chauffeurs

“Onze draait op de inzet en motivatie van onze collega’s. We zullen dus zuinig moeten zijn op de mensen die dagelijks het werk verrichten. Zeker nu de druk op planningen toeneemt, omdat ook in onze sector steeds meer mensen met quarantaineverplichtingen thuiszitten. Goede voorzieningen zijn met name cruciaal voor chauffeurs onderweg. Niet alleen langs de weg, maar ook op de laad- en loslocaties. We zien echter dat steeds meer voorzieningen worden afgesloten voor de chauffeurs”, zegt TLN in haar Corona Liveblog.

TLN roept daarom haar leden op, om op eigen locaties de sanitaire voorzieningen maximaal toegankelijk te houden voor elkaars personeel. Mocht dit om praktische redenen niet kunnen of is er uitbreiding van sanitaire capaciteit gewenst, dan zijn er op dit moment nog voldoende mogelijkheden om tijdelijke voorzieningen te huren. Let hierbij wel op, dat de schoonmaak van dergelijke tijdelijke voorzieningen over het algemeen zelf moet worden georganiseerd.

Tenslotte roept TLN de verladers en overige klanten van transportondernemers nogmaals met klem op, om goed voor de chauffeurs te blijven zorgen. “Als ketenpartners zullen we elkaar moeten steunen. De excessen die we op dit moment voorbij zien komen, passen niet in een land als Nederland. Gelukkig zijn er ook voorbeelden van locaties en ondernemingen waar het wel goed geregeld is”, besluit TLN.

Bron: Transport-online.nl

Transportsector krijgt extra overheidssteun

Het kabinet breidt het steunpakket uit naar de transportsector. Transportondernemers kunnen nu ook tijdelijk gebruikmaken van de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten. Transport en Logistiek Nederland (TLN) is blij dat de regering na lang aandringen gehoor heeft gegeven aan de oproep hiertoe van de branche.

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) is bedoeld om ondernemers te helpen met het betalen van hun vaste lasten, zoals huur, terwijl er veel minder geld wordt verdiend. Tot nu was de TVL beperkt tot een aantal sectoren, maar het kabinet heeft besloten om deze regeling voor de periode oktober-december open te stellen voor alle sectoren. Niet alleen direct getroffen bedrijven merken de gevolgen van de overheidsmaatregelen, maar ook toeleveranciers, de transportsector en de voedingstuinbouw. Voor de tijdelijke verbreding van de  TVL is € 140 miljoen gereserveerd.

TLN reageert positief op de uitbreiding van de steunmaatregelen waarvoor de branche herhaaldelijk heeft gepleit. Voorzitter Elisabeth Post: “We zijn blij dat het kabinet eindelijk inziet dat ook transportbedrijven hard worden geraakt door de coronamaatregelen en dat ook zij in aanmerking moeten komen voor een tegemoetkoming op de vaste lasten.”

Volgens Post zijn transportbedrijven onlosmakelijk verbonden met de sectoren die zij bevoorraden. “Denk aan de horeca, maar ook aan de evenementensector. Transporteurs vallen al zeven maanden buiten de boot voor deze overheidssteun, terwijl zij net als bedrijven in de cultuursector en de horeca kampen met veel omzetverlies. Voor die ondernemers is het goed nieuws dat zij nu eindelijk een beroep kunnen doen op een subsidie voor hun vaste lasten.”

Bron: Transportlogistiek.nl

Kamer wil maximaal 30 kilometer per uur in hele bebouwde kom

In de bebouwde kom zou een snelheidslimiet van 30 kilometer per uur de norm moeten zijn, met mogelijke uitzonderingen voor doorgaande wegen. Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt een motie van GroenLinks en de SGP, die daartoe oproept. De maximumsnelheid in de bebouwde kom is nu nog 50 kilometer per uur, tenzij anders aangegeven.

De maatregel moet leiden tot minder verkeersdoden. Meerdere organisaties, waaronder de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), steunen het plan. De SWOV schat in dat tussen de 22 en de 31 procent van het aantal verkeersdoden en -gewonden kan worden voorkomen door de maatregel.

In de steden Oslo en Helsinki werd de maatregel eerder al ingevoerd. Daar stierven in 2019 geen enkele voetganger of fietser meer in het verkeer.

Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) zei eerder al tegen de motie te zijn, omdat gemeentes hier volgens haar zelf over gaan en dat vaak ook al doen. In de bebouwde kom geldt voor 70 procent van de wegen al een limiet van 30 kilometer per uur. Volgens de minister is de motie daarom niet nodig.

De Fietsersbond is erg blij met de brede steun in het parlement, laat de organisatie weten in een reactie. Directeur Esther van Garderen noemt het “een mooie dag voor alle fietsers en voetgangers in Nederland”. Nu de Tweede Kamer achter 30 kilometer als norm staat moet de minister aangeven hoe zij dit plan gaat uitvoeren, vindt de Fietsersbond.

Bron: Transport-online.nl

‘Vrachtwagenchauffeurs terug bij af: geen wc’s en weer eten in de cabine’

De FNV wil dat er snel iets verandert aan de situatie van vrachtwagenchauffeurs. “Zij zijn weer terug bij af”, zegt Willem Dijkhuizen, bestuurder FNV Transport & Logistiek. Door de strengere coronaregels zijn opnieuw de chauffeurscafés en wegrestaurants gesloten. Ook mogen chauffeurs bij veel bedrijven waar ze komen niet meer naar het toilet.

“Corona raakt ook de chauffeurs al bijna het hele jaar”, zegt Dijkhuizen. “We hebben gezien dat een aantal dingen voor hen goed was geregeld, mede door druk van onze kant, maar nu staan die toch weer ter discussie. Zo is het kennelijk weer normaal dat chauffeurs hun warme maaltijd in hun auto moeten eten, want de chauffeurscafés zijn weer dicht. Nou, dat vinden wij níét normaal, en de chauffeurs zelf ook niet. Het is ook onbegrijpelijk; iedereen hield zich juist zo goed aan de regels.”

Deuren zijn weer op slot

Een ander euvel dat is teruggekeerd: geen wc’s. Bij veel klanten of opdrachtgevers is het slot weer op de deur gegaan voor de chauffeurs. Dijkhuizen: “Dit zijn noodzakelijke faciliteiten voor hen. Ze moeten toch even naar het toilet kunnen gaan of hun handen kunnen wassen?”

De vakbond vraagt minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) om weer toe te staan dat de chauffeurscafés opengaan. Verder roept het transportbedrijven op om hun verantwoordelijkheid te nemen als chauffeurs geen gebruik mogen maken van toiletten. “Dan moet de werkgever zelf maar zorgen voor voldoende faciliteiten.”

Schone toiletten met stromend water

Volgens Dijkhuizen zijn die er echt wel. “Het is heus niet zo moeilijk om ergens goede toiletfaciliteiten te huren. De evenementenbranche ligt nagenoeg stil, dus je zou denken dat er wel genoeg beschikbaar is voor de chauffeurs.” En dan bedoelt hij geen DIXI’s. “Nee, die zijn volstrekt ontoereikend. De chauffeurs moeten gebruik kunnen maken van schone toiletten met stromend water, waar ze ook hun handen kunnen wassen.”

Houd werkdruk binnen de perken

Verder wil de FNV dat werkgevers meer doen om de werkdruk onder de chauffeurs binnen de perken te houden. Die neemt toe, onder andere door meer zieken en meer werkzaamheden. Dijkhuizen: “Dit is een cruciale sector voor onze economie. Maar we zien bij transportbedrijven nauwelijks bereidheid om daar in hun planning rekening mee te houden of andere oplossingen te vinden.”

Steeds in discussie over bescherming

Nog een zorg is dat chauffeurs lang niet overal goede beschermingsmiddelen krijgen tegen corona. “Wat dat betreft, zijn we ook weer terug bij af”, zegt Dijkhuizen. “Deze mensen hebben een cruciaal beroep en rijden door alle mogelijke coronabrandhaarden, van code geel naar rood. Maar voldoende bescherming is voor hen nog steeds niet goed geregeld. Chauffeurs en logistiek medewerkers moeten hier steeds over in discussie. Wij vinden dat zo’n werkgever dit gewoon moet regelen.”

Bron: Transport-online.nl

Ideaal logistiek vestigingsklimaat

Veel internationale bedrijven hebben hun logistieke operaties voor de Europese markt gevestigd in Nederland. Hoe ervaren zij Nederland logistiek als het gaat om investeringsklimaat, concurrentievermogen, innovaties en duurzaamheid? Tijden het onlangs gehouden webinar ‘The competitiveness of Dutch logistics from a foreign perspective’ deelden vertegenwoordigers van verschillende buitenlandse bedrijven hun ervaringen. 

Wat opvalt is de eensgezindheid over hun overwegingen zich in Nederland te vestigen vanwege onder meer de goede logistieke infrastructuur, de meertaligheid van Nederlanders, de nabijheid van belangrijke afzetmarkten en vestigingslanden van grote retailers zoals Duitsland, België en Frankrijk, evenals het goed op elkaar aansluiten van de cultuur/mentaliteit.

Een van de bedrijven die op uitnodiging van de organisatoren van het webinar Nederland Distributieland (NDL) en Topsector Logistiek, zijn ervaringen deelt, is het Amerikaanse Locus Robotics, robotspecialist voor orderpicking. Dennis Niezgoda van Locus Robotics Nederland vertelt dat de explosieve groei van het online bestellen van de afgelopen jaren de druk op magazijnen en magazijnmedewerkers enorm heeft verhoogd. Wereldwijd wordt in veel magazijnen immers nog weinig geautomatiseerd gewerkt. “Met de inzet van mobiele Locus-robots voor orderfulfillment gaat de productiviteit in magazijnen binnen een maand twee tot drie keer omhoog en dat zonder infrastructurele veranderingen.” 

Om in Europa verder te kunnen groeien heeft Locus Robotics zich in Amsterdam gevestigd. “Dicht bij 95 procent van de belangrijkste Europese markten, een goede infrastructuur, het meest efficiënte land van Europa, goed gemotiveerd en hoog opgeleid personeel dat meer talen spreekt en hotspot voor veel hoofdkantoren van grote retailers”, aldus Niezgoda.

Rana Harvey van de Britse onlineretailer Monster Group vertelt waarom het bedrijf ervoor heeft gekozen in maart 2019 een distributiecentrum te openen in Venlo. “Vooral de brexit was hiervoor de aanleiding. Het is nog onduidelijk wat Groot-Brittannië precies gaat doen en om onze afzet op de Europese markt te beschermen en verder uit te breiden, hebben we de controle in eigen hand genomen en een dc geopend in Venlo.” 

De directie van het bedrijf heeft gekeken naar mogelijkheden voor het vestigen van een dc in voor hen belangrijke landen als Frankrijk, Polen, Duitsland en Ierland. “We hebben voor Nederland gekozen, vanwege vooral de beheersing van de Engelse taal door veel Nederlanders, het dicht bij voor ons belangrijke markten zitten in Duitsland, België en Luxemburg en dus next day delivery kunnen garanderen, de cultuur die goed bij de onze past, de goede logistieke infrastructuur en ook het zogenoemde Article 23. Daardoor hoeven we geen btw te betalen over containers die we vervolgens drie maanden later weer kunnen/moeten terugvorderen. Dat is gunstig voor onze cashflow.” 

Op de vraag of er zaken zijn die het bedrijf anders zou aanpakken als ze opnieuw voor een vestigingslocatie op het Europese vasteland zouden gaan, schudt Harvey haar hoofd. “We zouden absoluut weer voor Venlo kiezen. Alleen zouden we voor hoogwaardigere software gaan, want met de software die we in eerste instantie hadden konden we de voorraden die we moesten aanhouden moeilijk voorspellen. En dat is wel nodig als de vraag binnen een jaar verdubbelt. Verder zouden we de volgende keer meer uittrekken voor het inrichten en gebruiksklaar maken van het magazijn. Daar hadden we in 2019 een maand voor en dat was te weinig.”

Ook Ippolito Fusco van de bekende Amerikaanse moderetailer Abercrombie & Fitch is zeer tevreden met Nederland als vestigingsplaats; hun Europees distributiecentrum staat in Bergen op Zoom. Bleckmann, logistiek dienstverlener gespecialiseerd in logistiek voor fashion retailers, bedient van daaruit voor Abercrombie & Fitch al tien jaar de Europese markt. En als het aan Fusco ligt, zal dat de komende tien jaar niet anders zijn. Ook deze retailer heeft zich om dezelfde redenen als Monster Group en Locus Robotics gevestigd in Nederland. Overigens heeft het bedrijf onlangs een satelliet-dc geopend op Britse bodem met het oog op de brexit. Dit om van daaruit de Britse markt optimaal te kunnen blijven bedienen. mocht dat vanuit Europa lastig worden.

Bron: Transportlogistiek.nl

TLN wil bij sluiting horeca nu ook overheidssteun voor horecatransporteurs

Als de horeca wederom moet sluiten, moeten ook transportondernemers die de horeca bevoorraden een beroep kunnen doen op overheidssteun. Die oproep doet TLN aan het kabinet. Op dit moment komen transporteurs niet in aanmerking voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Dat is onrechtvaardig, vindt Transport en Logistiek Nederland (TLN).

De transportsector is onlosmakelijk verbonden met de sector die zij bevoorraden. Toch kunnen transportbedrijven geen beroep doen op de TVL. “Dat is en blijft oneerlijk”, vindt TLN-directeur Jan Boeve. “Als een café dicht moet kan de kroegbaas, die geen bier meer verkoopt, maximaal 90.000 euro overheidssteun aanvragen. Maar de transporteur, die door de horecasluiting minder vervoert, krijgt helemaal niets. Dat valt echt niet te rijmen.”

Bij de totstandkoming van de TVL heeft het kabinet besloten dat alleen bedrijven in bepaalde sectoren een beroep kunnen doen op de tegemoetkoming. De transportsector valt daar niet onder. “Het is ons volstrekt onduidelijk waarom. Nu vallen zwaar getroffen ondernemers gewoon buiten de boot, terwijl hun omzet keldert”, vertelt Jan Boeve. “Als bepaalde sectoren, zoals de horeca of evenementenbranche stil staan, staan de vrachtwagens die deze sectoren bevoorraden ook stil. Zodra de horeca weer moet sluiten, heeft dat dus ook grote gevolgen voor transportbedrijven. Daarom roepen wij het kabinet op om gedupeerde transportondernemers nu wél te helpen.”

Bron: Transport-online.nl

Coronagolf buitenland doet transportsector geen goed

Een nieuwe wereldwijde coronagolf en mogelijke bijbehorende buitenlandse lockdownmaatregelen zullen Nederlandse bedrijven in de transportsector en de industrie hard raken. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De omzet in deze sectoren is sterk afhankelijk van de wereldwijde exportvraag. In tegenstelling tot de Nederlandse dienstensector die vooral wordt getroffen door de binnenlandse maatregelen, worden transportbedrijven en de industrie juist geraakt door maatregelen in andere landen en terugval in de wereldhandel. Nieuwe lockdowns in het buitenland hebben daarom grote economische gevolgen voor deze sectoren.

Sinds de uitbraak van het coronavirus is de consumptie in een groot aantal landen teruggelopen. Bepaalde sectoren, zoals de horeca en cultuurinstellingen, zijn hard geraakt door de binnenlandse lockdown. Bedrijven in de industrie en de transportsector hebben juist te maken met lagere uitvoervraag door maatregelen in andere landen, zo blijkt uit het onderzoek. Ook de Nederlandse export vindt minder aftrek. In het tweede kwartaal van 2020 was de totale Nederlandse uitvoer 15 procent lager dan een jaar eerder. De wereldhandelsmonitor liet een flinke val van de wereldhandel zien: -16 procent tussen maart en mei. In juni en juli veerde de wereldhandel weer terug. 

Echter, het herstel wordt bedreigd door de tweede coronagolf die nu wereldwijd aanzwelt. Uit het onderzoek blijkt dat in een licht scenario met een wereldwijde lockdown van drie maanden (vergelijkbaar met die in het voorjaar), de toegevoegde waarde in de sectoren vervoer en opslag, de elektronische industrie en de machinebouw daalt met 7 tot 13 procent. Bij de scenario’s waarbij de wereldwijde maatregelen langer duren, valt de daling nog groter uit.

De internationale handel is zeer belangrijk voor Nederland. Bedrijven verkopen veel in het buitenland en daarnaast is Nederland een groot doorvoerland voor handel tussen de EU en de rest van de wereld. Ongeveer een derde van de Nederlandse werkgelegenheid en van het bbp is direct of indirect verbonden aan uitvoeractiviteiten. 

Als de tweede golf ook leidt tot hernieuwde maatregelen in het buitenland, zullen de Nederlandse transport- en industriesector opnieuw hard geraakt worden, zelfs als de maatregelen binnen Nederland zelf beperkt blijven. Bij het eventueel omvallen van bedrijven in deze sectoren, kan het ‘uitstralingseffect’ groot zijn, omdat ze zijn ingebed in een netwerk van Nederlandse toeleveranciers en afnemers, met name in het mkb.

Bron: Transportlogistiek.nl

Transportsector vraagt ondersteuning overheid

De coronacrisis heeft ingrijpende gevolgen voor de sector transport en logistiek. Naar verwachting zal het aantal werknemers begin 2021 met 6 procent dalen. Het perspectief vanaf 2022 is goed, dan zal de werkgelegenheid naar verwachting snel weer gaan groeien naar het niveau van voor de coronacrisis. Dit blijkt onder andere uit een arbeidsmarktanalyse die Transport en Logistiek Nederland (TLN), VVT, FNV Transport & Logistiek, CNV Vakmensen hebben laten opstellen.

De sector neemt daarom tijdelijke maatregelen en doet een dringend beroep op de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te kunnen blijven functioneren als belangrijke banenmotor van de toekomst.

Hard geraakt

De sector transport en logistiek is hard geraakt door de coronacrisis. In het tweede kwartaal van 2020 is er sprake is van omzetverlies in het beroepsgoederenvervoer over de weg (gemiddeld

-9,3 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar). Ook neemt het aantal transportondernemers dat onvoldoende vraag ervaart toe. Dit blijkt uit de meest recente Sectormonitor transport en logistiek.

Arbeidsmarktplan van de sector

Sociale partners hebben in het ‘Arbeidsmarktplan Transport en Logistiek’ tijdelijke maatregelen afgesproken om te voorkomen dat goed opgeleide werknemers uitstromen en vakmanschap te behouden. Tegelijkertijd wil de sector nu al investeren in het opleiden van leerlingen. Vanaf halverwege 2021 zal de inzet naar verwachting verschuiven van behoud naar instroom van nieuwe werknemers. Om de uitvoering van deze maatregelen mede mogelijk te maken, doen de organisaties een dringend beroep op de hulp van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Resultaten uit het verleden

Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL), dienstverlener namens de gezamenlijke organisaties: “We hebben de afgelopen jaren mooie resultaten op het gebied van instroom en duurzame inzetbaarheid behaald. Vanaf 2017 zijn 8.500 nieuwe chauffeurs door ons geworven, opgeleid én bemiddeld naar een baan. En we hebben circa 3.000 BBL-leerlingen opgeleid met SOOB-subsidie. Om de arbeidsmarktpositie van werknemers te verbeteren zijn er in 2019 30.000 opleidingstrajecten voor en door werknemers gestart.

Desinvesteringen voorkomen

Willem Dijkhuizen, bestuurder FNV Transport & Logistiek: “Onze sector is een vitale economische sector met zo’n 7.000 bedrijven en 160.000 werknemers waarvan onder andere 88.000 vrachtwagenchauffeurs. We hebben in de periode voor de coronacrisis veel geïnvesteerd om nieuwe mensen te laten instromen. Alle reden dus om alle zeilen bij te zetten om te voorkomen dat wat de afgelopen jaren is bereikt teniet wordt gedaan. De verwachting is nog steeds dat we na economisch herstel tot 2025 zo’n 40.000 chauffeurs nodig hebben mede ter vervanging van chauffeurs die met pensioen gaan. Het is belangrijk om daar gezamenlijk verantwoordelijkheid voor te nemen.“

Kansen in turbulente periode

Tjitze van Rijssel, bestuurder CNV: “We verwachten dat mensen die werkloos worden tijdens de coronacrisis lastig een nieuwe werkgever zullen vinden. Daarom willen we maatregelen nemen om bijvoorbeeld chauffeurs en pakketbezorgers te behouden voor de sector. Dat zou kunnen door ze tijdelijk in dienst te nemen, te scholen en te begeleiden naar een nieuwe vaste baan in de sector.”

Op langere termijn positief

Elisabeth Post, voorzitter TLN: “De Nederlandse economie heeft een historische grote klap gekregen. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in transport en logistiek veranderen mee. Ondanks deze turbulente tijden verwachten we dat het een tijdelijk probleem is: het perspectief, vanaf tweede helft 2021 is namelijk goed. Bij economisch herstel zal de behoefte aan nieuwe werknemers weer opbloeien. Daar moeten we op anticiperen. Daarom is het ook van belang dat we juist nu maatregelen nemen om door te gaan met het opleiden van BBL-leerlingen. Daarnaast willen we graag afspraken maken over samenwerking met andere sectoren en overheidsinstanties zoals het UWV om in de toekomst weer optimaal in te kunnen zetten op instroom, doorstroom en opleiding van werknemers.”

Bron: Transport-online.nl